Wat is droes?

Verspreiding

Droes is een zeer besmettelijke ziekte, maar verspreidt iets minder snel dan virusinfecties. De droesbacterie overleeft vrij lang in vochtige en van de zon afgeschermde plaatsen en kan in pus tot wel een jaar lang overleven. Besmetting gaat via direct contact of via contact met materialen. Ook komen druppelinfecties voor. Een paard dat droes heeft doorgemaakt, kan tot twee maanden na klinisch herstel nog bacteriën uitscheiden.

Overbezetting en het mengen van dieren van verschillende herkomst werken een infectie in de hand. Het zijn meestal jonge dieren tussen ½ -5 jaar die een infectie doormaken. Veulens hebben tot een half jaar meestal nog afweer via de biest. Dieren ouder dan vijf jaar hebben vaak al een infectie doorgemaakt en hebben hierdoor weerstand opgebouwd.

Symptomen

Tussen de infectie en het ontstaan van symptomen kan twee dagen tot drie weken voorbij gaan. Het eerste symptoom is doorgaans koorts, het dier wordt sloom en voelt zich vaak ziek. Na enkele dagen gaat het slijmvlies van neus en keel ontsteken, waarna het dier gaat hoesten. Vaak zien we neusuitvloeiing, die aanvankelijk waterig is en overgaat in een meer pussige vorm.

Na ongeveer een week gaan met name de lymfeknopen in de keel ontsteken en abcederen, waardoor deze gaan zwellen en er vaak slikproblemen ontstaan. De aandoening duurt meestal een maand, maar kan ook wel drie maanden in beslag nemen. Bij 1% van de aangetaste dieren ontstaan er abcessen in inwendige lymfeknopen of komt de infectie in de bloedbaan. Het paard is dan ten dode opgeschreven.

Behandeling

Doorgaans wordt de conservatieve aanpak (uitzieken) aangeraden, waarbij men onrijpe abcessen versneld kan laten rijpen middels warme compressen en rijpende zalven. Een doorgebroken abces kan men spoelen met een desinfecterende oplossing. Rust, een goede hygiëne en toezicht op het eten en drinken zijn hierbij van belang. Alleen in het allereerste stadium waarbij er slechts koorts is waar te nemen, is de infectie te bestrijden door middel van antibiotica.

Preventie

U kunt uw dieren beschermen tegen droes door middel van een dubbele vaccinatie, met een tussenperiode van twee weken. Vervolgens dient het dier om het half jaar te worden gevaccineerd. Gevaccineerde dieren kunnen de infectie nog licht doormaken, maar worden niet meer ernstig ziek en scheiden minder bacteriën uit. In een besmet milieu is het belangrijk om de gezonde dieren dagelijks te temperaturen om zo een besmetting op te sporen. De zieke dieren kunnen het beste apart gezet worden. Verder is een goede hygiëne zeer belangrijk.

Basis vaccinatie: na de eerste keer vaccineren droes, deze herhalen na 4 weken.

Herhalingsinterval: iedere 3-6 maanden (afhankelijk van de risico-inschatting)

Veulens vanaf 4 maanden kunnen gevaccineerd worden tegen droes.
Drachtig paard kan volgens hetzelfde schema gevaccineerd worden.