Misschien oud, maar niet versleten
Mede door goede verzorging zoals voeding, vaccinaties en parasietenbestrijding worden huisdieren steeds ouder. Een kat met een leeftijd van 20 jaar is tegenwoordig geen uitzondering meer. De leeftijd waarop de kat in de seniorfase komt ligt rond de 10 jaar. Ook katten kunnen, wanneer zij ouder worden te maken krijgen met ouderdomsgebreken zoals artrose, verminderde nierfunctie of gebitsproblemen. Voor al deze aandoeningen geldt: hoe eerder deze ontdekt en behandeld worden, des te langer de kat van een goede levenskwaliteit kan genieten.
Seniorcheck
Veranderingen bij het ouder worden kunnen zeer geleidelijk gaan en daarom zijn eventuele ouderdomskwalen lastig te herkennen. Ziet u bij uw oudere kat misschien:
- Meer drinken (en plassen)
- Minder eetlust of juist extreme eetlust
- Minder springen op de bank
- Stinken uit de bek
- Vermageren
- Minder geaaid willen worden?
Dan is de seniorcheck wellicht wat voor u en uw dier! Bij de seniorcheck controleert de dierenarts aan de hand van een bloedonderzoek onder andere de nier- en leverwaarden van uw dier. Deze zijn niet alleen van belang voor dat moment, maar kunnen ook gebruikt worden als referentiewaarden van uw kat voor in de toekomst. Moet uw huisdier binnenkort ook weer langskomen voor vaccinatie? De seniorcheck kunt u goed met de vaccinatie combineren. U bespaart daarmee consultkosten van de check-up. Voor meer informatie over seniorcheck, kunt u terecht bij onze paraveterinairen. Al een afspraak gemaakt voor een seniorencheck? Klik hier voor de senioren vragenlijst van de kat.
Download VragenlijstUw kat gedraagt zich anders?
Katten kunnen zich op oudere leeftijd minder goed aanpassen aan veranderingen in de leefomgeving en zijn minder flexibel omdat de hersenfunctie afneemt. De meeste mensen zijn zich minder bewust van het verminderde leervermogen van hun kat. De eenvoudige reden hiervan is dat ze niet trainen of dingen aanleren zoals dat met honden gebeurt. Een verminderde hersenfunctie valt dan minder snel op. Dementieproblemen komen echter ook bij katten voor, maar deze hoeven niet altijd een oorzaak te zijn voor gedragsveranderingen. Wanneer een altijd lieve kat op zijn ouwe dag ineens agressief wordt, kan dit naast dementie bijvoorbeeld komen door: pijn, achteruit gaan van zintuigen of door vermindering van orgaanfuncties.
Gedragsverandering van uw kat kan komen door pijn, het achteruitgaan van zintuigen of door vermindering van orgaanfuncties.
Aanpassingen in de leefomgeving
Voor ieder ouder wordende kat (met of zonder dementie) is het belangrijk dat er niet te veel verandert. Een regelmatig leven, duidelijke dagindeling voor voertijden en bijvoorbeeld borsteltijden kunnen het leven van de kat veraangenamen. Probeer uw kat wel actief te houden, indien mogelijk door met hem te spelen: verstop zijn favoriete lekkers of speeltje en laat de kat het vinden. Denk er wel aan dat als een kat lijdt aan artrose hij minder goed kan lopen en klimmen. Kattenbakken die boven/hoog staan, worden minder graag bezocht. Soms met onzindelijkheid tot gevolg. Dus kijk nog eens met een kritisch oog naar het huis van een bejaarde kat. Misschien zijn enkele aanpassingen zinvol, zoals het plaatsen van een extra kattenbak. Daarnaast kan het verstandig zijn om de kat binnen te houden, aangezien een oudere kat vaak minder spierkracht en reactievermogen bezit. Het risico op aanrijding wordt daardoor groter. Tenslotte is het belangrijk om het ouder wordende dier voldoende aandacht te geven. Een dier met verouderde hersenen kan wat onzeker en angstig worden. Beloon dit niet door hem zielig te vinden, maar wees er voor hem. Geef hem zelfvertrouwen waar mogelijk, bijvoorbeeld door hem uitvoerig te belonen voor de dingen die hij goed doet. Hij is tenslotte een trouwe kameraad, ook nu hij een dagje ouder wordt.
Voeding kan uw kat extra ondersteunen en helpen bij preventie van ouderdomskwalen.
Voeding
Met het verstrijken van de jaren wordt uw kat minder actief. Het gewicht kan veranderen en organen gaan minder goed functioneren. De kans op nierproblemen neemt toe. Een aangepaste voeding kan uw kat extra ondersteunen en helpen bij preventie van ouderdom gerelateerde aandoeningen. De voeding moet smakelijk zijn en tegelijkertijd rekening houden met de hoeveelheid mineralen en eiwitten. De Graafschap Dierenartsen heeft een grote diversiteit aan onderhoudsvoedingen in huis. Daarnaast kunt u terecht voor verschillende dieetvoedingen voor bijvoorbeeld nierfalen, hartfalen, artrose, gebitsaandoeningen en overgewicht.
Mijn huisdier te zwaar?
Bij overgewicht zijn de ribben niet of moeilijk voelbaar en is de taille verdwenen. Andere symptomen kunnen zijn: moeilijk lopen, ademhalingsproblemen, slecht humeur en luiheid. Uiteindelijk kan overgewicht weer leiden tot problemen als: verminderde afweer bij infecties, gewrichtsproblemen, hart- en vaatziektes of suikerziekte.
Wat kunt u doen? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: “minder eten geven”. Maar meestal is dit niet afdoende. Minder eten geven levert een hongergevoel op. Uw kat zal nog meer zijn best doen om eten te bemachtigen; meer bedelen, uit de prullenbak of van het aanrecht eten. Het is wel belangrijk dat uw kat aan zijn dagelijkse voedingsbehoefte komt, anders zal de stofwisseling vertragen. Op het moment dat uw kat dan weer meer gaat eten, zal het weer aankomen.
Om uw huisgenoot af te laten vallen, kan de assistent een afvalprogramma voor uw huisdier opstellen. Om het afvallen verantwoord te laten gebeuren, controleert de assistent regelmatig het gewicht van uw dier en stuurt waar nodig de hoeveelheid voeding bij.
Het is mogelijk om het afvallen te ondersteunen met een vermageringsdieet. Dit dieet bevat weinig calorieën en een hoog vezelgehalte, waardoor uw dier een verzadigd gevoel heeft na het eten. Daarnaast bevat het voer ook de stof L-Carnitine, wat spieren in stand houdt, echter het lichaamsvet aanspoort om energie te leveren.
Een goede oude dagvoorziening van uw kat?
Veel ouderdomskwalen zijn bij een vroege diagnose vaak goed te behandelen. Een jaarlijkse controle van uw kat is daarom geen overbodige luxe. Wees alert op gedragsveranderingen en meldt ze tijdig aan uw dierenarts. Samen geven wij uw kat de aandacht die uw trouwe huisgenoot verdient.
Verschillende specifieke ouderdomsproblemen bij de kat:
- Gebitsproblemen
- Nierfalen
- Te snel werkende schildklier
- Hartproblemen
- Tumoren
- Artrose
Gebitsproblemen
Gebitsproblemen komen bij katten op leeftijd veel voor. Stinken uit de bek, met pootje langs bek wrijven of meer kwijlen zijn symptomen van gebitsproblemen. Een pijnlijk gebit kan daarnaast de eetlust verminderen bij de kat. Niet alleen vervelend voor het dier, een verwaarloosd gebit vergroot ook de kans op onder andere hartklepontstekingen. Gelukkig is tegenwoordig veel mogelijk op het gebied van tandheelkunde. Een gebitsbehandeling zorgt ervoor dat uw kat weer pijnvrij kan eten, spelen en van zijn oude dag kan genieten.
Meer drinken en plassen?
Katten drinken relatief weinig water. Per dag drinken ze gemiddeld, afhankelijk van diverse omstandigheden, zo’n 40 tot 60 milliliter per kilogram lichaamsgewicht. Een kat van 3 kg neemt gemiddeld 150 ml aan vocht per dag op. Als je kat actief is verbruikt hij meer vocht dan een kat die binnenshuis blijft. Katten halen het vocht dat ze nodig hebben ook voor een groot deel uit blikvoer. Katten die brokken eten, drinken om die reden meer dan katten die natvoeding krijgen. Merk je dat je kat vaker drinkt dan normaal of moet je de kattenbak vaker schoonmaken? Dan kan dit verschillende oorzaken hebben (o.a. nierfalen, leverproblemen, schildklierproblemen, urineweginfectie, suikerziekte...)
Merk je dat je kat meer drinkt of plast dan normaal? Beperk of ontneem dan nooit het drinkwater van je kat. Hierdoor kan het risico op uitdrogen en onherstelbare schade ontstaan. Twijfel niet en neem voor advies of een afspraak contact op met je dierenarts.
Nierfalen
Bij nierfalen is er een probleem van de nieren, waardoor deze minder goed hun functie kunnen uitvoeren. De nieren zorgen voor filtering van het bloed, verwijderen afvalproducten uit het bloed en reguleren de vloeistof- en mineralenbalans van het lichaam. Er zijn verschillende oorzaken voor nierfalen, zoals bijvoorbeeld ontsteking, tumor, te hoge bloeddruk of vergiftiging. Symptomen van nierontsteking zijn niet altijd even duidelijk. Meestal ontstaan deze klachten pas nadat meer dan 70% van de nierfunctie verloren is. Voorbeelden hiervan zijn een slechte vacht, mager worden, stinken uit de mond of het drinken van veel water. Aan de hand van een bloedonderzoek (en seniorcheck) kan de diagnose nierfalen gesteld worden.
Te snel werkende schildklier
De schildklieren liggen voor in de hals en zijn zo klein dat ze normaal niet te voelen zijn. De schildklieren maken het hormoon thyroxine. Dit stuurt de stofwisseling in het hele lichaam aan. Bij oudere katten vinden we soms schildklier tumoren. Deze zijn bijna altijd goedaardig (98%), maar kunnen meer hormoon aanmaken dan de kat nodig heeft, we spreken dan van hyperthyreoĭdie. Er is meestal sprake van vermagering ondanks een extreem goede eetlust. De vacht wordt dof en de dieren drinken en plassen meer. Het gedrag kan veranderen, de dieren zijn hyperactief en soms ongedurig. De aandoening is goed te behandelen en heeft ook op de langere termijn gunstige vooruitzichten.
Hartproblemen
In de hartspier treden gedurende het ouder worden allerlei veranderingen op. Het aantal spiervezels neemt af en de hoeveelheid vetweefsel en bindweefsel nemen toe. De hartspierwand wordt stugger en de ejectiefractie (de hoeveelheid bloed die als gevolg van een samentrekking wordt uitgestoten) neemt af. Samen met mogelijke slijtage aan de kleppen kan dit leiden tot een hogere druk- en/of volumebelasting van het hart. Het uiteindelijke gevolg is hartfalen. Het hart is dan niet meer in staat om al het aangeboden bloed te verwerken of voldoende bloed door het lichaam te pompen.
Tumoren
Een misschien wel automatisch gevolg van het feit dat honden en katten steeds ouder worden, is dat ook tumoren steeds vaker voorkomen. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 30% van de honden en katten in de loop van hun leven een of meerdere vormen van kanker zal krijgen. Het is essentieel om in een zo vroeg mogelijk stadium een bultje te signaleren en te laten onderzoeken.
Artrose
Van artrose werd in het verleden onterecht gedacht dat katten daar zelden aan lijden en dat gewrichtsproblemen en gebrek aan mobiliteit bij het ouder worden hoorde. Nu weten we echter dat ten minste 65% van de oudere katten er last van heeft. Artrose is een aandoening van het gewricht waarbij het gewrichtskraakbeen (het stootkussen) sneller afslijt en er nieuwvorming van bot optreedt aan de gewrichtsranden. Dit beïnvloedt de soepelheid en beweeglijkheid van het gewricht en er ontstaan pijnklachten. Er ontstaat een vicieuze cirkel: door de pijnlijkheid zal het betreffende gewricht minder gebruikt worden en daardoor ontstaat verder verlies aan kraakbeenkwaliteit.
Artrose kan gepaard gaan met pijn, al kunnen katten dit heel goed verbergen. Symptomen zijn: verminderde activiteit, meer rusten of het dier springt alleen van minder hoog naar beneden. Daarnaast bezoekt de kat de kattenbak minder vaak en kan stijf en/of mank gaan lopen. Ook kan de kat het aaien over de rug en/of achterhand minder gaan waarderen. Gewrichtsproblemen zijn helaas niet te genezen, maar de symptomen zijn wel goed te verminderen. Er zijn verschillende medicaties, zoals pijnstilling. Er is ook een speciaal dieet voor katten met artrose verkrijgbaar, wat het kraakbeen helpt gezond te houden. Bij gebruik van dit dieet kan vaak de hoeveelheid pijnstilling verminderd worden.