Submenu

help, mijn paard is hoefbevangen!

Hoefbevangenheid (laminitis) komt regelmatig voor. Aangezien het een ernstige en pijnlijke aandoening betreft, is het niet alleen belangrijk om de hoefbevangenheid te behandelen, maar ook de oorzaak. Voorkomen is beter dan genezen.

ernstige pijn

Acute hoefbevangenheid wordt herkend aan ernstige pijn in de ondervoet, meestal van meerdere voeten tegelijk. De voorbenen zijn vaker aangedaan dan de achterbenen. Het paard staat vaak met de voorbenen naar voren, wil soms niet meer van zijn plaats komen of opstaan, loopt gevoelig, of staat te weight-shiften, waarbij het paard omstebeurt de benen probeert te ontlasten. De hoeven voelen warmer dan normaal en de bloedvaten in de kootholte kloppen.

precieze oorzaak onduidelijk

Het exacte mechanisme dat leidt tot hoefbevangenheid is nog niet bekend. Waarschijnlijk zorgen verhoogde spiegels van bepaalde hormonen en suikers voor een verandering in de doorbloeding en stofwisseling van het hoefgebied, met als gevolg een ontsteking van de hoeflamellen. De hoeflamellen verbinden de lederhuid aan het hoefbeen, en zorgen dat het paard ‘stevig in zijn schoenen staat’. In ernstige acute of chronische gevallen kan het hoefbeen kantelen en zakken, wat kreupelheid veroorzaakt. Het kan zo ver komen dat het hoefbeen door de zool naar buiten komt. Omdat de gevolgen groot kunnen zijn is het belangrijk om direct te behandelen en onderliggende oorzaken weg te nemen.

  • bel direct de dierenarts voor medicamenteuze therapie
  • neem de oorzaak weg: rantsoen en hormoonaandoeningen
  • koelen van de voeten
  • ontlasten: niet met het paard lopen, ondersteunen van de voet
  • een zachte plek om te liggen

EMS en PPID

Omdat hormoonaandoeningen een grote rol spelen bij het ontstaan van hoefbevangenheid kan bloedonderzoek veel informatie geven. Bekende aandoeningen bij het paard die voor een dergelijke verstoring van de hormoonhuishouding zorgen zijn PPID en EMS. Wanneer bekend is dat een paard PPID of EMS heeft, kan met behulp van medicatie en goed management het risico op hoefbevangenheid worden verlaagd.

management: rantsoen en hoefsmid

Daarnaast verdient het rantsoen en het weidemanagement extra aandacht bij paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid. Krachtvoer, kuil en gras met een hoog suiker- en fructaangehalte moeten vermeden worden.  Voer bij voorkeur arm hooi en supplementeer brokken met alleen vitaminen en mineralen. Laat het paard beperkt op de weide en laat het paard langzaam wennen. Het fructaangehalte van de weide is afhankelijk van het grasmengsel, de beschikbaarheid van voedingsstoffen in de grond en de weersomstandigheden. Vooral in het voor- en najaar, wanneer het ’s nachts vriest en overdag zonnig is kunnen de fructaan-gehalten in het gras ‘s morgens extra hoog zijn. De fructaan-index kan helpen als richtlijn.

Een hoefsmid kan in samenwerking met de dierenarts bijdragen in het herstel van de hoefbevangenheid. De hoefsmid kan de pijnklachten verminderen door de hoefvorm te corrigeren en indien nodig speciaal beslag aan te brengen. Het niet laten dragen van de meest pijnlijke delen van de hoef en het gemakkelijk kunnen afrollen resulteert in verlichting van de klachten. Ook wanneer na de acute bevangenheid de hoef een afwijkende vorm aanneemt, kan samen met de hoefsmid worden bekeken hoe de voet weer kan terugkomen in de juiste stand.