Groepsvorming

Zowel konijnen als cavia’s leven graag in het gezelschap van soortgenoten, beide diersoorten kunnen dan ook het beste in koppels of groepen gehouden worden. Deze groepsvorming moet wel met beleid gebeuren. Introduceer nieuwe dieren in een groep met voorzichtigheid en neem de tijd om de dieren eerst met elkaar kennis te laten maken op een veilige manier. Voeding kan bij het koppelen als nuttig hulpmiddel ingezet worden. Wilt u mannetjes en vrouwtjes bij elkaar zetten, maar is voortplanting niet gewenst? Dan is castratie dan wel sterilisatie noodzakelijk.

Twee dieren kunnen niet zomaar samen in een hok worden gezet!

Voor konijnen geldt dat de combinatie van ram/voedster of jonge voedsters (liefst uit hetzelfde nest) de beste is. Wilt u cavia’s samen houden, dan kunt u het best alleen zeugjes of een beertje en zeugje bij elkaar zetten. Het bij elkaar plaatsen van volwassen mannetjes leidt zowel bij cavia’s als bij konijnen vaak tot problemen. De mannetjes gaan zodra ze geslachtsrijp worden, en zeker als er vrouwtjes in het spel zijn, het gevecht met elkaar aan.

Hoe pak je het samenzetten aan?

Twee dieren kunnen niet zomaar samen in een hok worden gezet, eerst moeten ze geleidelijk met elkaar kennismaken. Dit kan door het nieuwe dier in een tijdelijke tweede hok te zetten en deze hokken met ca 10 cm afstand naast elkaar te plaatsen. Ze kunnen de dieren al wel aan elkaars geur en geluiden wennen, maar hebben ze nog geen fysiek contact met elkaar. Voer kan het best zo dicht mogelijk bij het andere hok gegeven worden. Eten is namelijk een sociale bezigheid voor cavia’s en konijnen en samen eten bevordert een succesvolle groepsvorming. Het is goed om de dieren elke 24 uur van hok te laten wisselen, zodat ze niet bezitterig worden en zich dominant opstellen.

Als het echte koppelen begint, kunt u de dieren het beste loslaten in een kleine neutrale ruimte waar de dieren nog niet eerder zijn geweest. Het koppelen doet u in eerste instantie elke dag gedurende korte periodes. Probeer hierbij te voorkomen dat de dieren gaan vechten. Beloon positief gedrag met vriendelijke woorden en verbiedt ze slecht gedrag. Gebruik ook hier weer (groen)voer ter bevordering van de sociale contacten.

Als het samenzijn goed verloopt, kan de tijd die de dieren samen doorbrengen steeds verlengd worden en mogen ze in een grotere ruimte rondlopen. Het is wel belangrijk dat er steeds iemand in de buurt is om ze in de gaten te houden. Na verloop van tijd kan geprobeerd worden de dieren samen in één kooi te zetten. Blijf er het eerste uur wel bij om te zien of alles vreedzaam verloopt!

In sommige situaties lukt ondanks uw geduld en inzet het koppelen gewoonweg niet. Mocht u beide dieren wel willen aanhouden, zet de hokken dan wel zo neer dat de dieren elkaar zien. De aanwezigheid van een soortgenoot kan bij stressvolle omstandigheden toch een gevoel van veiligheid geven.