Hondentrimster Joanne Zelle denkt nog niet aan stoppen
Joanne is vijftig jaar actief als hondentrimster in haar eigen salon.
door Luuk Stam.
Slingers, ballonnen en taart vulden afgelopen week de hondentrimsalon van Joanne Zelle (67) in Vorden. Het team van De Graafschap Dierenartsen zette hun buurvrouw hier volop in het zonnetje vanwege haar 50-jarig jubileum.
Hoe het begon
Joanne runde haar eigen salon gedurende die halve eeuw op verschillende plekken in de omgeving, de laatste vijftien jaar doet ze dat in een voormalige paardenstal op het terrein van de dierenartsenpraktijk aan de Schimmeldijk.
Voor Joanne en haar salon – die eerst gevestigd was in de dierenartsenpraktijk van Nel Warringa op Het Hoge in Vorden – was er aanvankelijk geen plek gereserveerd aan de Schimmeldijk, waar in 2007 dierenartsen vanuit Vorden, Hengelo, Ruurlo en Steenderen samenkwamen in een geheel nieuw onderkomen. “Ze zeiden: leuk dat je meegaat, maar we kunnen je alleen een paardenstal aanbieden”, blikt Joanne terug. “Ik dacht: een stal, wat moet ik nou in een stal?”
Opgeknapt
Toch besloot ze samen met haar man een kijkje te nemen. En die zag best mogelijkheden. “Hij zei: ‘We maken er een plafond in, knappen alles netjes op en maken er een bad in’ En precies zo is het gebeurd”, vertelt de Vordense hondentrimster, die het hier inmiddels al jaren uitstekend naar haar zin heeft. “Natuurlijk is het hier klein, maar ik heb niet meer nodig. Die hond staat op tafel en ik blijf bij die tafel. En des te groter de ruimte, des te meer moet je ook schoonmaken. Ik vind het hier prima.”
Het werk doet Joanne nog altijd met heel veel plezier. Ze wist al jong dat ze ‘iets met dieren’ wilde gaan doen en deed de opleidingen tot hondentrimster én dierenartsassistente. In die laatste rol ging ze fulltime werken bij een praktijk in Zutphen, vijf dagen en drie avonden in de week. Op de zaterdagen begon ze met het trimmen van honden, in eerste instantie had ze haar salon aan huis bij haar ouders in de buurtschap Warken, bij Warnsveld.
Nadat ze trouwde en er een huishouden bij kreeg, werd het werk te veel en moest Joanne een keuze maken. Na beide banen zo’n vijf jaar te hebben gecombineerd, viel die keuze op de eigen hondentrimsalon. “Want in dit werk bouw je veel meer een relatie op met een hond dan als dierenartsassistente”, verklaart ze. “Honden komen hier om de pakweg vier, acht of twaalf weken, de meesten al jarenlang. En van sommige klanten trim of knip ik al de vierde hond.”
Uitplukken
Trimmen en knippen, wat is precies het verschil? “Het trimmen is het uitplukken van sommige rassen”, legt Zelle uit. “Zo’n ruwharige tekkel bijvoorbeeld, of de terriërs, die worden uitgeplukt. Dan verwijder je het dode haar, dat noemen ze het trimmen. Maar de boomertjes, dat heeft niks met trimmen te maken, dat is gewoon knippen. Ik doe trouwens ook poezen, langharige katten, dat vind ik ook heel leuk.”
Wel is de hondentrimster aan het afbouwen. Al een aantal jaar neemt ze bewust geen nieuwe klanten meer aan. En vanwege reuma heeft ze al zo’n vijftien jaar geleden moeten besluiten om te stoppen met het trimmen en knippen van grote en zware honden. “Dat vond ik heel erg, want daar zaten honden bij die ik zo goed kende”, vertelt ze. “Dat ging me echt aan het hart.” Aan de wand in de salon hangt het helemaal vol met foto’s van honden, in allerlei soorten en maten. “Ik heb allemaal hele fijne honden, werkelijk waar.”
Toch komt het voor dat honden bang of agressief zijn, vooral wanneer ze niet gewend zijn aan het knippen en borstelen. Geregeld werkt de hondentrimster in dit soort gevallen samen met de dierenarts en krijgt een hond of kat een lichte narcose. “Dan slapen ze lekker en dan behandel ik ze hier”, zegt Joanne. “Maar de meeste honden zijn hier zo op hun plek. Die staan hier op tafel, dan komt buiten een paardje langs, er lopen wat mensen langs, die honden zijn nieuwsgierig, staan hier alleen maar te koekeloeren, dat is heel erg leuk. En dan is het voor mij ook heel fijn werken.”
Verzorging
Joanne wijst ook op hoe belangrijk het is dat mensen hun hond zelf goed verzorgen en regelmatig borstelen. “Soms komen ze hier met een boomertje – dat zijn natuurlijk schatjes – die na een jaar nog nooit een kam of borstel heeft gezien”, vertelt ze. “Dat is dan jammer, want zo’n hond vindt het hier dan helemaal niet leuk. Dan zit zo’n vacht vol knopen en klitten en het doet pijn om die eruit te krijgen. Dat onderschatten mensen weleens.”
Hoewel Joanne in haar salon altijd alleen werkt, voelt ze zich al jarenlang deel van het team van de dierenartsenpraktijk. “Dat is ook echt een meerwaarde, want die honden zeggen ook niet zoveel terug”, stelt ze. “En hier werken allemaal zulke leuke meiden, altijd humor en lachen. Hoelang ik nog doorga? Ik heb altijd gewerkt, moet ik dan ineens thuis gaan zitten? Vreselijk. Dat gaat ontaarden in heel veel schoonmaken. Dan kan ik toch beter honden blijven knippen? En met al die leuke collega’s, ik vind het hier veel te gezellig om te stoppen.”